Biografie schrijven ? 5 tips van onze schrijvers
Biografisch schrijven vergt diepgaand onderzoek, het vangen van unieke stemmen, en het onthullen van de menselijke ziel. Hoe ga je te werk om een boeiende biografie te schrijven?
De biografie is een bijzonder genre en bij Stijlfiguur tekstbureau merken we dat er veel vraag is naar het schrijven van boeken in dit genre. Persoonlijke verhalen verbinden en aan verbinding lijkt enorme behoefte. Ook voor de schrijver of ghostwriter die een levensverhaal of biografie tot stand brengt is zo’n project vaak persoonlijk. We spreken met twee schrijvers over hun ervaring met het schrijven van een biografie en natuurlijk de belangrijkste tips.
Schrijver Hedwig Wiebes publiceerde haar eigen literaire non-fictie Wat er is over een groot verlangen naar een klein leven. Voor Stijlfiguur schrijft zij regelmatig boeken in het genre levensverhaal en biografie. Dat doet zij altijd met grote betrokkenheid en een enorm talent voor het persoonlijke verhaal. Hieronder haar tips:
Schrijftip 1: Stel de belangrijkste thema’s vast
Ik bedenk altijd of ik een of meerdere thema’s zie die vaker terugkomen in iemands leven; of een soort overkoepelende gedachte of idee waaraan je bepaalde gebeurtenissen kunt ophangen. Niet dat ik alles koste wat kost in een mal wil drukken, maar voor het creëren van een mooi rond verhaal, en voor het leesplezier van de lezer, is het wel fijn als bepaalde facetten terugkeren en herkenbaar of logisch voorkomen. Daarmee maak ik een verhaal 'rond'.
Schrijftip 2: Balans tussen inzoomen en uitzoomen
Ik zorg voor een balans tussen het inzoomen en uitzoomen bij gebeurtenissen in het levensverhaal. Alleen maar uitzoomen, dus een verhaal vanaf een afstandje vertellen, maakt het waarschijnlijk heel saai: dat zou lezen als een soort samenvatting; als het afsteken van een serie feiten. Alleen maar inzoomen op gebeurtenissen en details zou ook weer te veel van het goede zijn, dat is heel vermoeiend om te lezen.
Een goed boek bevat beide: uitzoomen en samenvattend vertellen op het moment dat het verhaal daar om vraagt, en inzoomen op bepaalde veelzeggende scènes om heel specifieke zaken te laten zien. Op die manier golft een verhaal mooi op en neer en word je als lezer steeds weer meegenomen (en blijf je dus ook geboeid om door te lezen).
Schrijftip 3: Onderken het belang van het kleine detail
De kleine dingetjes zeggen vaak het meest. Denk niet dat alledaagse herinneringen die opgerakeld worden te suf zijn om te gebruiken; waarschijnlijk schuilen daarin grote waarheden. Het is niet voor niets dat die dingen herinnerd worden. Grote kans dat ze heel typerend zijn voor hoe de persoon zich in die tijd voelde of ervoer. Daarbij maken juist alledaagse voorbeelden in een verhaal het heel toegankelijk en herkenbaar voor een lezer, dus die wil je zeker niet weglaten in het overbrengen van je verhaal. Richt je dus op grote belangrijke gebeurtenissen (dat gaat waarschijnlijk vanzelf), maar evengoed op de heel gewone dagelijkse dingen die de persoon in zijn levensverhaal benoemd.
Schrijftip 4: Gaten opvullen door meerwaarde toe te voegen
Soms gebeurt het dat iemand van sommige periodes of gebeurtenissen weinig of zelfs niets (meer) weet, bijvoorbeeld over de vroege jeugd of iets uit het leven van een voorouder dat iemand graag in diens verhaal wil meenemen. Het mooie is dat de creativiteit van het schrijven heel veel mogelijk maakt. Je hoeft je niet eindeloos zorgen te maken over of het ‘klopt’. Niet dat je gemakkelijk met de waarheid omspringt, maar een persoonlijk verhaal is per definitie subjectief omdat iedereen vaak alles net even anders ziet.
Je kunt gaten in verhalen heel goed opvullen door bijvoorbeeld voorzichtig te speculeren en dingen zeggen op basis van wat iemand (nog) wél weet, of een beetje mijmeren of fantaseren hoe iets zou zijn gegaan met die persoon, en dat proces ook beschrijven. 'Ik kan me voorstellen dat...'. Op die manier kan iemand diens eigen vermoedens in het verhaal verwerken en daarmee spelen (en ook gaten in je verhaal opvullen) zonder dat die persoon dat helemaal zeker weet, en tegelijkertijd toch ook niet de lezer onjuist informeren of ten onrechte iets als feit aannemen. Een goede biograaf of ghostwriter helpt je met het vinden van mogelijkheden en het omgaan met dat soort gaten en onzekerheden.
Op zoek naar een ghostwriter voor jouw boek? We schreven hier al eerder over, lees hier hoe je de juiste ghostwriter vindt. Of neem meteen contact met ons op!
Schrijftip 5: Creëer een authentieke eerste versie
Het is belangrijk dat de persoon die het verhaal overbrengt aan bijvoorbeeld een biograaf of ghostwriter zich niet onnodig druk maakt over onder meer de schrijftechniek of andere technische zaken. Dat is de taak van de ghostwriter die het manuscript schrijft, dat is een van de dingen waarin zij of hij is gespecialiseerd (en bijvoorbeeld de opzet is iets wat van tevoren ook duidelijk besproken wordt). Dit zorgt ervoor dat de eigenaar van het verhaal dit uit het hoofd kan zetten en in plaats daarvan zich volop kan richten op het vertellen van het verhaal en het delen van bijbehorende gedachten, ideeën en gevoelens.
Op die manier kan er vanuit het hart of ziel gesproken worden en dat zorgt voor een mooi en waarachtig verhaal, voor een authentieke inhoud. Dat is het meest waardevolle bronmateriaal waar een biograaf of ghostwriter mee kan werken. Aan al het andere kan geschaafd worden tijdens het schrijfproces, maar een authentieke inhoud kun je niet zó maar even tevoorschijn toveren en is veel moeilijker om in een later stadium te creëren.
Schrijver Saskia Lensink schrijft al meer dan 10 jaar met veel plezier en zorgvuldigheid biografieën en bedrijfsboeken. Ze heeft bijzondere interesse in geschiedenis en daarmee het vastleggen van herinneringen die interessant kunnen zijn voor nieuwe generaties.
Schrijftip 1: Uitschrijven in scènes
Probeer te vermijden dat het een “en-toen-en-toen”-verhaal wordt. Het “oplepelen” van gebeurtenissen maakt de tekst voorspelbaar en saai. Daarom schrijf ik sommige gebeurtenissen uit als een scène. Ik zoom als het ware in en beschrijf gedetailleerd wat het personage meemaakt.
Het gaat echt om de details die zo’n scène inkleuren. Dat kan het weer van die dag zijn, een bloeiende struik in de tuin, de kleding die iemand aanheeft, de geur van wat er in de keuken bereid wordt, enzovoorts. Je onderbreekt de lopende lijn van het verhaal, waardoor de boel wordt wakker geschud, opgefrist. Uiteraard kan dit niet het hele verhaal door worden toegepast. Als je alles in scènes zou uitschrijven, wordt het te gedetailleerd en heb je te veel woorden nodig.
Het lastige is, dat die details “losgeweekt” moeten worden bij de geïnterviewde. Mensen zijn geneigd hun herinneringen samen te vatten met bijvoorbeeld: “en toen maakte hij het uit”. Wat ik als schrijver wil weten zijn zaken als: “Waar deed hij dat?” en dan niet “in Amsterdam”, maar: “in welke straat in Amsterdam, in welk huis, in welke kamer van dat huis. Wat droeg jij op dat moment? En hij? Waren er geuren die tot je doordrongen? Geluiden misschien?” En een van de lastigste vragen om te beantwoorden is altijd: “Wat voelde je toen hij dat zei?”
Schrijftip 2: Transcriberen
Het is niet mijn favoriete bezigheid om de audio-opnames van de interviews uit te schrijven. Het is namelijk nogal tijdrovend: als je iemand twee uur hebt geïnterviewd, ben je nog eens minstens twee uur kwijt aan het op papier zetten van wat er gezegd is.
Ik zou dat niet zelf hoeven te doen, want er bestaat software voor. Toch kies ik er bewust voor om het transcriberen wél zelf te doen.
Ten eerste omdat het een goede manier is om alles wat je gehoord hebt te “verinnerlijken”. En ten tweede omdat je tijdens het transcriberen bijna altijd nog dingen tegenkomt die tijdens het gesprek niet waren opgevallen. Mensen noemen vaak tussen neus en lippen door, bij het koffie inschenken bijvoorbeeld, ogenschijnlijk onbelangrijke details die nog heel interessant kunnen zijn.
Schrijftip 3: Bepaal de persoonsvorm
Veel cliënten kiezen voor de ik-vorm. Begrijpelijk, want het zijn hun memoires die je gaat opschrijven. Maar het jammere van die ik-vorm vind ik, dat de persoon in kwestie niet goed in beeld komt.
Daarom stel ik vaak voor om het begin van het boek, meestal de inleiding, wel in de derde persoon te zetten. Zodat ik als verteller kan schetsen hoe de geportretteerde eruitziet, wat de setting van het interview is, en wat hij of zij ervan vindt om het eigen leven te beschrijven. Aan het einde van die inleiding komt dan een zinnetje als: ‘kom, laten we beginnen.’ Vanaf dat moment gaat het verhaal over op de ik-vorm. Ik heb deze vorm al vaak toegepast en altijd tot grote tevredenheid van de cliënt.
Vanuit welk perspectief schrijf jij? Hier schreven we eerder al een artikel over. Lees hier meer over het belang van vertelperspectief bij het schrijven van een boek of verhaal
Schrijftip 4: Een sleutelmoment kan een mooi begin zijn
Vaak wordt gekozen voor een chronologische opzet. Dan begin je bij de ouders, of zelfs voorouders van de geïnterviewde. Toch is het niet altijd nodig om daar te beginnen. Sommige verhalen lenen zich goed voor een andere aftrap, bijvoorbeeld bij een kantelmoment. Dat is een gebeurtenis die een ommezwaai in het leven van de geportretteerde tot gevolg had. Zo’n moment leent zich er perfect voor om een boek “in medias res” te laten beginnen.
Maar niet bij ieder verhaal is dat mogelijk. Soms is het toch het beste om gewoon, traditioneel, te beginnen bij het begin: de ouders (en soms zelfs de voorouders). En ook dat kan een mooi boek opleveren.
Schrijftip 5: Vraag naar de rode lijn
Al vroeg in het proces vraag ik mijn client: ziet u zelf een rode lijn, een terugkerend thema, in uw leven? Sommige mensen hebben daar meteen een antwoord op, anderen niet. Toch ontdek je gaandeweg bij iedereen wel een rode lijn. Het is heel interessant om te zien hoe vrijwel ieder leven zich rond een thema (of soms enkele thema’s) ontwikkelt.
Interesse in het laten optekenen van jouw biografie of levensverhaal? Bij Stijlfiguur tekstbureau werken we met ervaren schrijftalent om jouw verhaal tot een prachtig boek te maken. Neem vrijblijvend contact met ons op
Van onze redactie.